donderdag 18 december 2008

De Vaticaanse poes

Je slaat in een ander land soms onverwachte wegen in. Dus besloten we opeens een poesje te willen nemen, nadat Julia zo leuk had gespeeld bij een meisje-met-klein-poesje. Zelfs ik vond het vertederend, terwijl ik niet bekend sta als dierenvriend (eufemisme). We vonden het de gok wel waard, ook al had Julia na dit speelpartijtje een nieuwe zin aan haar vocabulaire toegevoegd: ‘magge niet poesje gooiuh.

Na een telefoontje bleek dat er nog twee kleintjes op een nieuw baasje aan het wachten waren. Dus wij erheen. Bleek de eigenaar de nuntius – oftewel de ambassadeur – van het Vaticaan in Rwanda te zijn! We hadden deze Poolse priester al een keertje ontmoet op een feestje van de Belgische ambassade, alwaar Johan vriendelijk met hem had geproost op de Belgische koning.

We werden vriendelijk door de beste man onthaald en door hem naar de achterkant van zijn prachtige optrekje gevoerd, omdat - in zijn woorden - ‘de nonnen van de poesjes zijn’. Daar aangekomen bleken de poesjes helaas de dag ervoor al gebroederlijk te zijn opgehaald.

Maar het Vaticaan wist raad, we konden ons telefoonnummer achterlaten. De Roomse geestelijke zei het aldus: ‘ach, die moederpoes is om de haverklap zwanger. Het wachten op een nieuw nestje duurt nooit lang. Er zijn hier zoveel katers in de buurt.’

Zelfs de poezen komen kennelijk niet om de Roomse wet tot vermenigvuldiging heen. De lokale Whiskasfabrikant kan wellicht sponsoring overwegen…

De avocadoboom vervolgd

Vandaag heb het eigen ogen mogen aanschouwen: de klim van onze wacht in de avacadoboom. Na een onfortuinlijk avontuur met een advocado wilde ik ze graag vers van de boom zien vallen.

De buurwachter heeft hiervoor een speciaal instrumentje gemaakt, een lange rietstengel met een elastiek in een v-vorm, waardoor ze ook uit hoge takken gehaald kunnen worden. Zelfs dat bood geen uitkomst voor de laatste exemplaren uit onze metershoge boom.

Dus de wacht deed hoeps zijn laarzen uit en klom er razendsnel in. Er liggen nu vier mooie avocado’s in onze kast te wachten op consumptie. Verdere pogingen om hier autarkisch te gaan leven, volgen.

woensdag 3 december 2008

Na Daphrose nu Veronique

We hebben een nieuwe hulp gevonden, Veronique. Na het debacle met Daphrose werden we bij voorbaat wat kritischer en we hadden dus een lijstje opgesteld met een drietal criteria voor een volgende hulp:

- In ieder geval een mondje Engels, zodat Julia redelijk makkelijk met haar kan communiceren;
- Bij voorbaat overeenstemming over het salaris;
- Enige ervaring met kinderen, koken en schoonmaken.

De combinatie van deze drie bleek nogal een lastige puzzel op te leveren. Na een tijdje was een groot netwerk van drivers, collega's, medevrijwilligers en Kinyarwandaleraren voor ons aan het zoeken.

Twee aardige dames werden het niet. De ene bleek op het sollicitatiegesprek toch niet de 'Engelssprekende hulp van een Amerikaans gezin met veel ervaring met kinderen' te zijn, zoals door de chauffeur van Johan was verzekerd. We waren al een half uur met haar aan het praten, en enigszins verbijsterd dat ze na jaren bij dat Amerikaanse gezin, toch nog zo weinig van ons Engels begreep.

Toen kwam de driver er toevallig aan en het was wel verhelderend, toen hij zei, dat hij uiteindelijk toch iemand anders had gevonden. Die weliswaar weinig Engels sprak, maar wel in de keuken van het Novotel had geleerd hoe ze hamburgers moest maken!

Dat is op zich een groot voordeel, maar het gebrek aan Engels deed haar de das om. Hopelijk kan ze terecht bij een ander Nederlands stel.

De volgende kwam ook via de driver. Hij introduceerde haar met de woorden 'het is zoooo moeilijk om iemand te vinden die dit werk kan doen en ook Engels sprak, echt heel moeilijk.'

Achteraf begrepen we waarom. Deze dame had wel voor een Amerikaanse man gewerkt. En die man - verantwoordelijk voor het bouwen van het nieuwe fort dat Amerikaanse ambassade heet - had haar klaarblijkelijk drie keer zoveel betaald als wij wilden doen.

Pro forma probeerden we nog tot overeenstemming te komen, maar helaas is het zo dat mensen hier liever niet werken dan voor minder geld dan ze willen. Dus Donna was ook van de baan.

Maar dan Veronique: zij lijkt opeens alles te verenigen in 1 persoon wat we willen: ze kan koken, ze kan wat Engels en ze wil sparen om na haar middelbare school, die ze net heeft afgerond (ze is inmiddels 23), de kosten van de universiteit te kunnen dragen. Want van de aanvraag voor een beurs verwacht ze zelf niet zo veel.

Mijn leven lijkt wel te draaien uit het zoeken naar een goede hulp. Heel koloniaal, als je er vanuit een bepaald gezichtspunt naar kijkt. Anderzijds: ik merk opeens - en niet zonder schok - hoe veelomvattend het is om in mijn dagelijks leven iemand binnen te laten, met wie ik bijna evenveel uren doorbreng als met mijn man of kind.

Iemand voor wie ik tegelijkertijd de werkgever, en daarnaast gewoon een blanke met het Grote Geld, de mzungu met amafaranga, ben.

Bloggen by candlelight

Het was ons nog zo verzekerd: in de wijk Kiyovu, vlakbij de president, daar valt de stroom in ieder geval nooit uit.

Wat een bijzonder moment beleven we dan nu! Op de avond dat we voor het eerst internet hebben in huis - zij het geleend van Johans werk - tast ik hier in het duister om wat goede toetsen op de laptop te raken, terwijl Johan me met een kaarsje bijlicht, zodat het nog ergens op lijkt.

Ondertussen zijn we bezig om water te koken op ons gas-gasfornuis, zodat we morgen weer versgefilterd drinkwater hebben.

En elders in de buurt komen de generatoren grommend en kreunend op gang.

zondag 30 november 2008

Voor de Julia-liefhebbers, deel 2

Gisteren werd onze dochter twee jaar. Johan had een paar dagen daarvoor gesproken met iemand, die ons veel succes wenste, daar zij de herinneringen aan dat derde levensjaar van haar dochter nog pril in het geheugen had. Johan: ‘Ze heeft nog niet krijsend over de grond gerold, gelukkig.’

Ha. Nota bene op haar tweede verjaardag gebeurde dat wel, in de Nakumatt, de super-supermarkt alhier, waar ze ook mooie kitsch Chinese driewielers hebben, waar Julia haar zinnen op had gezet. Toen ik het wel beu was na drie rondjes door de winkel, met laptop op mijn rug, ging dochterlief inderdaad plat op de vloer in de contramine. Dat doen de kindjes hier wonderbaarlijk genoeg helemaal nooit. Heb je even een voordeel van je huidskleur, want wat je kind ook doet, het wijkt toch af van het geijkte patroon…

Protesteren kun je leren (19 november)

Protesteren kun je leren

Vandaag is een bijzondere dag in onze prille aanwezigheid in Kigali. De afgelopen dagen waren al een mooie proloog: elke dag was er wel weer een nieuwe groepering – vrouwen, jongeren, gehandicapten of militairen – die door de straten rondom ons huis marcheerden en de vrijlating van chef protocol van de regering eisten. In Nederland/Europa moet de arrestatie van deze mevrouw, Rose Kabuye, ook ongetwijfeld zijn opgevallen. (Jaja, Rwanda is flink in het nieuws de laatste tijd, niet in het minst vanwege de ellende in Oost-Congo.)
Een demonstratie hier is wel iets anders dan bij ons. Zo kregen ook Johan en ik via onze mobiele provider tot wel zes keer toe sms-jes die uiteindelijk afkomstig zijn van een minister, om ons vriendelijk doch dringend te verzoeken mee te demonstreren tegen dit onrecht. Daarnaast moesten winkeliers, busjeseigenaars of kleine middenstanders al minstens drie keer hun deuren sluiten of zichzelf en hun medewerkers in staat te stellen mee te doen met het grote protest.

Vandaag, de dag dat deze hooggeplaatste mevrouw van Duitsland naar Frankrijk wordt vervoerd, ligt het maatschappelijke leven echt helemaal stil. Vanaf zeven uur deze ochtend, tot een uurtje of drie deze middag – waarvan zeker een uurtje vergezeld van een enorme stortbui – liepen de protestanten rondom de Duitse ambassade om hun onvrede te uiten. De Franse ambassade ligt er al twee jaar uitgestorven bij, dus daarheen gaan had weinig zin. De laatste dagen werden er steeds meer voorzorgsmaatregelen getroffen voor de Europese expatriots hier: De Belgische ambassade ging dicht, de Nederlandse ambassade raadde haar onderdanen aan vooral thuis te blijven vandaag en ook Johans werkgever besloot dicht te gaan. Dus terwijl ik dit type, zit Johan in zijn werkkamer (ja, die zeeën van ruimte moet je goed benutten) om zich inhoudelijk verder te bekwamen, terwijl Julia slaapt en ik tijd heb om even te schrijven.

Het is wel een gek idee. De hele dag lang zagen we helicopters rondvliegen, hoorden we leuzen en mensen langstrekken in de buurt – en wij hadden een soort huisarrest. Dat vindt de politicoloog in mij maar niets…

Na de wolkbreuk was het met het enthousiasme geloof ik wel gedaan, want we horen al een tijd niets meer. Dus wij nemen zo gewoon de benen en gaan deze relaxte thuishangdag fijn met elkaar afsluiten in een Indiaas restaurantje.

Een voorval

Vanochtend ging ik voor de tweede keer hardlopen. Op de weg terug, vlak bij ons huis, lagen verse avacado’s, die vannacht waarschijnlijk uit de boom zijn gevallen. Ik zocht de vier mooiste exemplaren uit – zonder barsten of al te veel butsen – en bij binnenkomst gaf ik er ook eentje aan onze waker John. Hij zei: ‘ik kan ook wel hier in de boom klimmen, dan heb je ze ook.’

Ik dankt hem voor die bereidwilligheid en zei: ‘over een paar dagen dan, want nu heb ik ze al.’ Even later ging Johan naar hem toe om iets te vragen of uit te leggen en toen kwam ie opeens aanzetten met wel zes prachtige rijpe avocado’s. Johan dacht nog even dat hij gelijk in de boom was geklommen om ze toch voor ons te plukken.

Het meer waarschijnlijke scenario is zo: als we afwezig zijn, klimt onze bewaker dus in de avocadoboom om zich te voorzien van avocado’s voor lunch en avondeten. Waar hij dan tegelijkertijd van ons ook geld voor ontvangt. Het zijn bijzondere verhoudingen hier.

Toch wel fijn dat hij na mijn geste besefte dat het geen kwaad kon om zijn rijke oogst met ons te delen.

zaterdag 22 november 2008

Exit Daphrose

Als je de uitdaging aangaat om voor drie jaar naar een heel andere cultuur te vertrekken, weet je dat je vroeger of later tegen de minder leuke kantjes daarvan aanloopt. Dat is inherent aan die stap, alleen hoe en wanneer het gebeurt, dat is de vraag.
Voor ons is de te markeren datum in ieder geval 17 november 2008.

Toen hoorden we van onze hulp-in-de-chaotische-huishouding dat ze de salarisonderhandelingen (moedwillig of niet, daar zullen we nooit achterkomen) verkeerd had geïnterpreteerd. Of dat die, in haar woorden, onderhevig waren aan ‘bad information’.

Ter achtergrondinformatie: voor een hulp betaal je hier als expat zo rond de 80 euro per maand, uitgaande van zes dagen per week van zeker acht tot tien uur per dag. Sommige mensen hebben de hulp zelfs dag en nacht rond het huis en van hen is het maar de vraag of ze überhaupt ooit een vrije dag hebben.

Wij huren voor dit soort prijzen al met al drie mensen in die voor ons werken. Omwille van de veiligheid en de lieve vrede. Dat hoort er ongewoon bij.

Wij hadden Daphrose, onze hulp, maar twee uurtjes per dag nodig voor de beginperiode en wilden haar naar rato betalen. Toen we de salarisonderhandelingen weer opnieuw openden, want in het nieuwe huis is meer te doen, vroeg ze uitbetaling van de afgelopen drie weken.

En toen kwam de aap uit de mouw. Zij dacht dat we haar per TWEE UUR het bedrag zouden betalen dat wij per maand voor haar hadden uitgetrokken. Omgerekend is dat is te vergelijken met een schoonmaakster bij ons, die in plaats van 12,50 euro per uur opeens het 250 euro per uur krijgt. Ondanks bemiddelpogingen en overleg met Kinyarwanda sprekende mensen (haar tante, tevens onze oude huurbaas, en een Nederlandse dominee) was dat het eind van het liedje.

Gedesillusioneerd, boos en met een blik in haar ogen die verachting uitdrukte, verliet ze ons huis, om daarheen nooit meer terug te keren. Daar ga je dan met je mensenkennis, en je ingebouwde checks-and-balances. Die zijn hier tijdelijk niets waard.

donderdag 6 november 2008

Speciaal voor de Julia-liefhebbers

De laatste weken voor ons vertrek, realiseerde ik me steeds meer wat we Julia aandeden door haar van haar geliefde opa’s, oma’s, gastouderkindjes en Anne Liudger weg te halen. Ik wist zo net nog niet hoe ze met hun afwezigheid zou omgaan. Het levert hier soms grappige en aandoenlijke taferelen op. Vooral ’s ochtendsvroeg als ze uit heerlijke dromen ontwaakt, klaarblijkelijk, horen we het nu vaak: dan begint ze met rijtjes familieleden: ‘oma Petera, oma Eijka, pake, opa Jos. Boahhhh en Levi, Nienke en Nico.

Ook midden in een bustochtje, of als ik haar eten geef, start ze soms met een serie. Het favoriete liedje is nu: ‘Jezus houdt van alle kleine kinderen’ en dat moeten we dan opvullen met alle mensen die ze kent in Nederland. Op haar verzoek ‘oh meer’ (nog meer) gaan we braaf door met couplet eenentwintig.

Verder hecht ze zich makkelijk en snel aan alle nieuwe mensen om zich heen. Ik mailde het al, maar vooral –en gelukkig, goed gegokt dus op dag drie – onze kersverse hulp in de huishouding Daphrose is favoriet. Als ze komt schoonmaken heb ik er de twee uur dat ze bij ons is een volledige taak aan om Julia bij al het schoonmaakwater, vieze doekjes, dweilen, chemische zeep of wassop weg te houden. Mmm, dat was ook niet helemaal de bedoeling van een hulp. Na afloop ga ik vaak het liefst voor pampus. Maar Julia helemaal niet, dus dat is helaas geen optie.

En ondanks mijn noeste ren- en vliegwerk, krijgt Julia het nog voor elkaar het afwaswater te drinken, zijn haar kleren na afloop drijfnat of ligt buiten opeens al de was uit de teil. Daphrose krijgt nog heel wat met haar te stellen.

De Kinyarwanda-leraar had het ook al snel door. Speciaal voor mij vertaalde hij in les drie de zin ‘Julia is een erg krachtige persoon’: ‘Juliya afite ingufu’. Knoop het in je oren.

Buspraat

Vandaag had ik een geluksmomentje, zomaar in de bus-publique, ofwel een Volkswagenbusje waar zo rond de 16 mensen in meereizen. Ik was van het centrum op weg naar mijn Kinyarwandales, na een lunch met Johan en Julia in winkelcentrum Simba. En had daarom al mijn eerdere aantekeningen bij me. De alomtegenwoordige regen buiten – anderhalf uur later is die nog bezig – verbroedert ook in Kigali en ik vond het een gezellig dampend sfeertje.

Daarom pakte ik mijn boedeltje en begon mijn zinnetjes en woordjes braaf met de goegemeente te delen, samen met Julia, die minstens zo hard opschiet als ik. Dat voelde gewoon heel prettig, het gevoel dat ik met andere mensen, hoe oppervlakkig dan ook, iets leuks kon delen. Het was het beste busreisje tot nu toe.

De Kinyarwanda-les ging trouwens niet eens door, onze Noorse buurmeisjes en de leraar hadden vanwege de regen besloten de les te cancellen. Ha, moet je voorstellen: de regentijd hier duurt van oktober tot februari! Dat zal de komende maanden nog wat cancellen worden.

In het boek ‘Afrika is besmettelijk’, dat ik zo tussen de bedrijven door ga uitlezen nu Julia uitgeteld op de bank ligt te slapen, beschrijft de Nederlandse Artsen-zonder-grenzen-arts dat het personeel in het ziekenhuis waar hij werkt ook en masse het werk neerlegt als het begint te regenen. Dat zou in Nederland leuke taferelen geven.

zaterdag 1 november 2008

Mail frustratie

Het lukt dus niet, zelfs in de meest fancy tent van Kigali, waar ze overheerlijke Bourbonkoffie serveren die in Nederland zeker niet zou misstaan, lukt het me niet om te mailen met het thuisfront. Mijn mailverbinding komt niet tot stand, en dat is in hoge mate frustrerend, want na ruim een weeand gaat!

Dus maar even zo, in de hoop dat jullie de vertraging snappen....ik heb in ieder geval geblogt.

We hebben trouwens net ook toevalligerwijs onze nieuwe buurvrouw ontmoet! Die heeft een kindje van bijna 3 jaar en is ook nog een collega van Johan. Dat voelt wel erg goed....

Tot later. We moeten Julia telkens tussen de mensen wegplukken en dat is voor Johan met zijn lege maag (jaja, de eerste aanval is reeds geweest) niet zo fijn....

Douchenood

Zondag 26 oktober

‘Onze’ heuvel heet Gikondo. Daar worden we als blanke mensen met een ‘bebe’ nog enigszins als bezienswaardigheid beschouwd. De huizen kennen er geen nummer, de straten geen naam en de wegen zijn nog onverhard, waardoor je er bij regenval door de rode modder moet baggeren.

Dat heeft wel zijn charmes. Een elementje van het feit dat we NIET op de heuvel van de president vertoeven gaat me hoogstwaarschijnlijk al heel snel de keel uit hangen. En dat betreft de watervoorziening.

Het is niet dat we drie soorten water hebben: eentje voor het handmatig kleren wassen, dat is regenwater dat in een grote zwarte ton wordt opgevangen op het erf.
Het voordeel van deze wateraanvoer is dat het redelijk hard uit de leiding komt spuiten, omdat die ton zo hoog hangt….het leidingwater is handig voor handen wassen, verder kan je er ook niets mee, want het komt dus met druppels uit de kraan.

Dan is er gefilterd water. Waar de filter is, weet ik niet. Maar op miraculeuze wijze staat er in onze badkamer een grote zwarte ton, waar we met een waterfles water uit kunnen vullen. Die ton blijft gevuld, wat we ook doen. Er loopt ergens een zwart elfje rond in de buurt dat die ton bijvult, op een moment dat wij er niet zijn.

Als we dat gefilterde water koken, kunnen we het daarna gebruiken als drinkwater. Op zich al een luxe, want dan hoeven we niet telkens met flessen water uit de winkel te klooien. Maar natuurlijk wel enigszins omslachtig als je het vergelijkt met Nederland.

Maar dan, het water uit de waterleiding. Dat komt natuurlijk van beneden en dat is te merken ook. Het komt druppelsgewijs uit de kraan. Uit de douche komt het helemaal niet. Laat staan dat er warm water is.

Douchen is er dus niet bij de komende tijd. Ik hoop voor ons eerste bezoek dat we hier al weg zijn als die arriveren.

Vanochtend leverde dat het volgende tafereel op. Ik heb eerst drie bakken gevuld met regenwater uit de leiding buiten, die heb ik vervolgens naar de badkamer gesjouwd. Voor de snelheid, er moest nog meer vandaag, heb mijn hoofd in de ton gestoken om mijn weelderige bos haar in een keer goed nat te maken. De shampoo heb ik er met kleine bakjes regenwater uitgespoeld.

Dat is dus precies een keer leuk. Ik heb van Johan al gehoord dat hij een douche heeft op zijn werk, in het kamertje naast zijn werkkamer. Ik denk dat ik daar binnenkort maar even op bezoek kom, samen met Julia, en wat shampoo. Gezellig.

National Cleaning Day

Zaterdag 25 oktober ’08

Het is vandaag de laatste zaterdag van de maand, en dus National Cleaning Day. Zoals de man die ons een lift gaf van de kerk terug, zei: ‘we may be poor, but at least clean.’ De regering heeft verordonneerd dat elk gezin iemand afstaat om de directe omgeving schoon te maken, en de lokale overheid zorgt wel voor nuttige klusjes.

Vreemdelingen mogen zich vrijwillig aanbieden, maar onze Noorse buurmeisjes zagen de bui al binnen en besloten dus om voor de zekerheid binnen de hekken van ons terrein te blijven tussen 8.00 en 12.00 uur. Daarna zou het openbare leven weer beginnen, voor die tijd was alles gesloten en op slot.

Wij hadden niet eens ontbijt in huis en wilden wel een gokje wagen, daarom besloten we maar naar het centrum te wandelen. In de hoop dat daar een petit dejeunertje te scoren zou zijn. Een leuk varkentje om te wassen op dag 2.

Het viel een klein beetje tegen. Iedereen noemt Kigali een kleine stad, waar iedereen elkaar kent. Maar het tochtje kostte ons anderhalf uur, heuvel af, heuvel op.

Het was een fascinerend geheel. Onder aan elke belangrijke toevalsweg naar de Route national stonden politieagenten om alle motortaxi’s en auto’s tegen te houden. Het leek net een autoloze zondag in de jaren ’60 in Nederland, we hadden zo een potje kunnen rolschaatsen. Af en toe kwam er een blanke in een 4Wheeldrive of een plaatselijke hotemetoot bij met een ontheffing, of een ambulance, verder was de straat leeg.

Vrouwen in groene hesjes met National Cleaning Team erop, waren de weg aan het vegen, terwijl de mannen zich tegoed deden aan het onkruid op diverse bermen. Ook met kapmessen ja, en dat deed me toch telkens een beetje griezelen, zo erg zit het verleden hier me inmiddels wel onder de huid.

De mensen die niet meewerkten, hingen wat rond, een typische zaterdagochtendactiviteit.
Of ze stonden op de bus te wachten, die niet voor 11.00 uur zou vertrekken

Al met al een bijzonder tochtje, niet in het minst vanwege onze lege maag en de steeds feller wordende zon. Toen we eindelijk in het centrum aankwamen, bleek dat helaas de winkels en cafeetjes ook daar nog anderhalf uur gesloten zouden blijven. Gelukkig konden we even terecht in het motel waar de we de eerste nacht hadden geslapen. Dat flesje Sprite ging er snel in.

vrijdag 11 juli 2008

De voorbereiding start

De eerste blog. Nog nooit gedaan, nog nooit gewenst. Maar dit plan breekt die wet. Drie jaar naar Kigali, Rwanda.

Kigali in Rwanda. Het land van de duizend heuvels. Sommige mensen - gelukkig vooral vaag bekenden - verklaren ons bij voorbaat voor gek. 'Daar slachten ze elkaar toch allemaal af? Geef mijn portie maar aan fikkie.'

Toch willen we graag gaan. De prachtbaan die op Johan wacht daar. Een geweldige mogelijkheid om met zijn drietjes dit avontuur aan te gaan en eindelijk een periode met elkaar in Afrika door te brengen. Om te weten hoe dat is. Niet alleen onafhankelijk van elkaar. Ik in '99, met een half jaar stage in Harare, Zimbabwe. En voor Johan in Arusha, Tanzania.

Nu gaan we voor het echie. En niet alleen om de overgebleven gorilla’s te spotten, gewoon om te zien hoe dit land is, zo’n vijftien jaar na de genocide. En of en wat we kunnen doen en zelf leren.

Wordt vervolgd.