woensdag 15 april 2009

Aapjes kijken

Na een reis van drie uur kwamen we in de hoogstgelegen stad van Oeganda, Kabale, aan. Het rumoer op het marktplein – van schreeuwende bodaboda-chaffeurs, joelende straatschoffies en de vrouwen met fruit op het hoofd die hun waren wilden slijten – deed de naam van de stad eer aan.

We pauzeerden er voor een korte lunch, en gelukkig was daar bakkerij Hotloaf, met heerlijke scones, cakejes en zelfs bruine bolletjes. Het prijspeil lag er honderd tot vijfhonderd procent lager dan in Kigali. Hoe het kan is me een raadsel, maar ook verderop tijdens onze reis merkten we de verschillen. Uit eten in restaurants: drie keer zo goedkoop als in Rwanda. Een fles drinkwater: geen vijftig, maar tien eurocent.

Ik vraag me regelmatig af hoe het komt dat mensen in dit land überhaupt het hoofd boven water houden, maar in vergelijking met dit buurland worden de prijzen en de hoge inflatie extra schrijnend. Wij profiteerden ook van de lage prijzen, maar onze buit bestond uit een fles sterke drank en talloze blikjes ansjovis voor op onze zelfgemaakte pizza’s – inmiddels een regelmatig terugkerende maaltijd. Ook vandaag staat ‘ie weer op het menu.

Met onze proviand in de aanslag, mochten we gebruik maken van een paar plastic stoelen van de aanpalende matrassenverkoper. Hij kwam zelfs met een doek aanzetten om er eerst het stof van af te vegen. We namen plaats, al lichtelijk geharnast voor het tafereel wat zich hoogstwaarschijnlijk zou ontvouwen.

Want wat je ook doet in Rwanda, al zit je in de verste uithoek en stop je met de auto om een uitzicht te bewonderen, kort sanitair te verpozen of Julia op het potje te zetten: binnen vijf minuten heb je minstens een kind of vijf wat volwassenen om je heen. Ze staan daar wat te staan, vergapen zich, lachen wat en denken ongetwijfeld het hunne van de verschillende activiteiten die we op zo’n moment ontplooien. Al regelmatig mislukten mijn pogingen om mijn blaas effe snel te legen….

Je krijgt er wel eens genoeg van, het moet gezegd.

Groot was onze verbazing, en minstens zo groot het genoegen, dat onze lunch blijkbaar niet werd opgemerkt in Kabale. Mensen gingen door met hun eigen werk, praatten door met hun buurman of –vrouw, en ook de taxichaffeurs bleven gewoon rondlummelen. We werden niet aangegaapt, niemand kwam voor ons staan om naar ons te wijzen, onderwijl hard ‘mzungu, mzungu’ roepend. Opeens gingen we op in de massa.

Het bleef het meest opvallende van de hele reis, verder gekenmerkt door prachtige natuur, ruige kratermeren en een wildpark met een savanne in plaats van duizend heuvels, waarin ik de eerste loslopende leeuw van mijn leven zag. De baboons keken stoïcijns naar onze auto, de velvet monkeys slingerden in de bomen rondom onze camping heen en weer, en niemand kwam bij ons aapjes kijken. Heerlijk.

3 opmerkingen:

  1. Klinkt relaxed. Hierna naar Oeganda dus!
    Zeker nu blijkt dat ze daar ansjovis hebben ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ah, lekker pizza ;o))

    (erg relevant commentaar ook, hahahaha)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een verademing.......;-)

    groetjes, Marian

    BeantwoordenVerwijderen