zondag 11 januari 2009

Het strand bij Bujumbura

Iedereen waarschuwt je ervoor: het aanlokkelijke water van het Rwandese Kivu-meer heeft wel bilharzia in zich. Bilharzia is een nare ziekte die je krijgt door geniepige kleine beestjes die zich ongemerkt door je huid naar binnen dringen als je zwemt, pootje baadt, of zelfs maar een douche neemt in geïnfecteerd water.

Daarom was ik reuze blij dat we in de kerstvakantie naar het Tanganyika-meer in Burundi gingen, waar je die ziekte niet kan krijgen vanwege de golven in het meer. Een topografische opfrissertje: het Tanganyikameer strekt zich uit van Burundi tot en met Tanzania, is enorm groot, en ook de hoofdstad Bujumbura van Burundi ligt er aan. En hoe.

Het meer was geweldig. Elke ochtend vroeg namen we een duik voordat de zon zo hard begon te branden dat je zeker wist dat je in het water zo rood zou worden als een kreeft.

Een paar dagen later onmoetten we een Nederlands gezin op het strand, van wie de vrouw in kwestie bij de Nederlandse ambassade in Kigali werkt. Zij verklaarde ons voor gek, omdat er weliswaar geen bilharzia voorkomt, maar wel krokodillen en nijlpaarden. Via haar werk had ze de meest afschuwelijke verhalen gehoord.

We woven haar angst wat weg, want op elke vierkante meter waren er lokale vissers, militairen en kleine kindjes te vinden, die lustig in het water ronddobberden. Niet bepaald alleen onnozele bazungu’s dus. Een nijlpaard – van zichzelf tamelijk anstige beesten – zou wel gek zijn om in dat gewoel terecht te komen.

Toch was die ontmoeting wel debet aan een verminderd plezier als ik Julia weer met haar bandjes om zag rondspatteren en ik mijn rondjes door het water maakte. Van elke ronddrijvende tak maakte ik gelijk een krokodil.

En het bordje van het hotel bij het strand ‘the hotel takes no responsibility for guests who swim in the lake’ kreeg ook een steeds lugubere bijklank.

Maar we lieten ons niet weerhouden. Daarvoor was het water veel te warm en het genoegen te groot. Op de dag van ons vertrek gingen we daarom weer vroeg naar het strand voor een laatste duik.

En daar was ‘ie, tot mijn starre verbazing: precies voor onze neus, op nog geen twintig meter afstand, dreef daar een nijlpaard. Helemaal alleen, van kop tot staart onder water, alleen de ogen een stukje boven de waterspiegel.

We hadden natuurlijk een paar meter kunnen opschuiven voor dat laatste baantje. Toch trokken we dat - o zo saai - in het zwembad van ons hotel.

2 opmerkingen:

  1. Het kan toch wel verstandig zijn om je bepaalde adviezen toch ter harte te nemen....;-)

    groetjes,
    Marian

    BeantwoordenVerwijderen
  2. lieve schat, pas nu lees ik dit... de maand is al bijna om, ik had helemaal niet in de gaten gehad dat er nog meer informatie was geproduceerd.. ben nog niet zo gewend aan blogs bekijken... richt me vooral op - wat sporadisch - emailverkeer..

    goed dat ik niet van alle omstandigheden op de hoogte was, moet er niet aan denken.. zwemmen met de kans midden tussen krokodillen of nijlpaarden terecht te komen.. ik sluit me aan bij wat Marian zei

    en het voorkomen van kakkerlakken is ook al zoiets waarbij me een lichte huiver bekruipt... tropen en reptielen/insecten horen bij elkaar... nou ja, kinderen vinden alles vanzelfsprekend en boeiend

    BeantwoordenVerwijderen